Recensie

Het huwelijk heeft geen grote kunst voortgebracht

Door Sanne Lohof, geplaatst op 23 juni 2016

badiou
Hoe vind je de perfecte partner en de ware liefde? Datingsites beloven dit voor ons te doen op basis van gemeenschappelijke interesses als wandelen in Thailand, speciaal biertjes drinken en windsurfen. Maar zijn dit wel de belangrijkste ingrediënten voor een relatie voor de lange termijn?

Volgens de gerenommeerde Franse filosoof Alain Badiou wordt de digitale liefdesmarkt geregeerd door de angst voor de ‘onvoorziene ontmoeting’ en de behoefte om de liefde te ontdoen van ieder risico, “niet goed, geld terug.” In Ode aan de Liefde, een interview met Badiou door Nicolas Truong en dit jaar verschenen in Nederlandse vertaling, pleit hij voor de onvoorspelbare liefde en het ervaren van de wereld vanuit ‘differentie’. De eenwording tussen geliefden is volgens Badiou namelijk een illusie. De ander vormt niet jouw spiegelbeeld en bevestigt niet jouw goede smaak, maar “de toevallige ontmoeting met de ander is de opmaat tot een volledig nieuwe ervaring van de wereld. […] De wereld die wordt vormgegeven door de geliefden is die van het beiden, onherleidbaar meervoudig.” En al was dat streven naar samen één zijn geen illusie, dan is dat volgens Badiou bovendien ook niet nastrevenswaardig: “tegenover de identiteitscultus van de herhaling moet men de liefde voor de differentie plaatsen, voor wat uniek is, niets herhaalt, onvoorspelbaar en vreemd is. […] Heb lief wat je geen twee keer zal zien.”

In gesprek met interviewer Nicolas Truong verkent Badiou de liefde langs verschillende wegen: filosofie, waarheid, kunst en politiek. In het hoofdstuk over kunst wijst Badiou op het feit dat we vooral gefocust zijn op het mirakel van de liefde, de ontmoeting. “Het huwelijk heeft vrijwel geen grote werken teweeg gebracht. Het is een feit dat het weinig kunstenaars heeft geïnspireerd.” En toch benadrukt Badiou het belang van wat hij ‘het werk van de liefde’ noemt: “Ik erken het wonder van de ontmoeting, maar ik denk dat je haar verheft tot surrealistische poëzie als je haar isoleert, en haar niet richt op het bewerkelijke worden van een waarheid die punt voor punt geconstrueerd wordt. […] Er bestaat een werk van de liefde, niet alleen een wonder. Je moet op je hoede zijn, waakzaam, en je met jezelf en de ander verenigen. Je moet denken, werken, veranderen. En dan als de immanente beloning voor het werk, is er het geluk.”

Tot zover de redelijk abstracte kijk op de liefde van Badiou. Want hoewel de rode draad van zijn betoog wel te volgen is, is het voor een filosofie leek behoorlijk pittig om dit boekje door te komen. Het staat vol terminologie – als evenement en waarheidsprocedure – die pas echt te doorgronden is wanneer het hele oeuvre gelezen wordt. Ook de manier van formuleren en het gebrek aan concrete voorbeelden of beeldspraak maakt het begrijpen van de materie er niet makkelijker op.

Nee, dan die andere filosoof Alain de Botton. Toch vooral befaamd voor het populariseren van filosofische en levensbeschouwelijke concepten, die hij vertaalt naar ‘gewone mensentaal’ en presenteert in hapklare brokken. Ook hij bracht dit jaar een boek uit over de liefde, The Course of Love. En zoals je van hem kunt verwachten is dat haast meer een ‘how to’. Interessant is dat zijn opvatting over de liefde niet eens zover af ligt van hoe Badiou er over denkt. Zo stelt de Botton dat de echte uitdaging voor een langdurige relatie zit in het kunnen omgaan met alles wat je niet leuk vindt in je partner en dat wat je niet met elkaar deelt. Volgens hem is de capaciteit om verschil te toleren een belangrijkere indicatie van de ‘juiste’ partner dan gemeenschappelijke interesses. De Botton: “Compatibility is an achievement of love; it must not be its precondition.”

Alain de Botton over het vinden van ‘de ware’:

In Vrij Nederland verscheen een boekrecensie van de Botton’s vrouw. Ze begint met de bekentenis dat ze nog niets heeft gelezen van haar man, want zegt ze: “ik ben er nooit goed in geweest om van mijn man te vernemen wat goed voor me is.” Ze noemt hem sentimenteel-romantisch en vermoed dat hij dagelijks een moment van verliefdheid ervaart, “hij hoeft maar een supermarkt in te lopen en een vakkenvulster zich te zien uitrekken of zijn ogen zakken als een natte dweil het traanvocht in.” Waarom zij uiteindelijk voor hem gezwicht is kan ze niet goed verklaren, maar ze houdt het op feromonen en een voorliefde voor kale mannen. Ze haalt het einde van het boek niet.
Hoe grappig de recensie ook is en hoezeer zij de draak lijkt te steken met de opvattingen van haar man als het over de liefde gaat, uiteindelijk bevestigt het toch wat de Botton probeert te zeggen. Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn over wat liefde is, om een goede relatie te hebben. Het gaat om het overbruggen van de verschillen, niet over dat wat je gemeen hebt.

Om met de woorden van Badiou te eindigen: “Als de liefde ons iets toont, dan is het dat waarheid altijd meervoudig is.”

Ode aan de liefde is uitgegeven door Uitgeverij Parrèsia.