Brendan Behan (1923-1964) neemt in de Ierse en Engelstalige literatuur een unieke plaats in. Zijn toneelstukken kwamen in een tijd waarin, zoals de criticus Anthony Curbin zei, ‘de Ieren en Engelsen zich herstelden van de Grote Oorlog, maar met lege handen stonden wat ze moesten doen’. In Nederland moest het toneel nog worden wakker geschud door zoiets als de ‘Actie Tomaat’. Behan had dat veel eerder in Ierland al voor elkaar gekregen.
Zijn toneelstukken waren vaak een aanklacht tegen de burgerlijkheid en gezapigheid. Behan durfde grote dilemma’s aan te roeren zoals de doodstraf, homoseksualiteit, de terugkeer van ontheemde veteranen van de slagvelden, de verdeeldheid van de zogenaamde revolutionairen van de IRA, het verschil tussen rijk en arm, het lot van kansarmen en het opsluiten van jonge gevangenen.
Hij kende de gevangenissen op zijn duimpje en beschreef ze vanuit het perspectief van de gelijkheid. De gelijkheid die bestaat tussen de gevangenen zodra ze de deur achter zich in het slot hoorden vallen. Maar ook het wegvallen van grenzen wanneer men zich bekeerd heeft tot de misdaad. ‘Crime has no frontiers!’ (Misdaad kent geen grenzen!), zo begon de beroemde politieserie ‘Inspecteur Duval van Interpol’, en Behan had dat al vroeg door, hij was ‘streetwise’.
En hij gebruikte vormen van improvisatie en music hall in zijn toneel, mede dankzij regisseuse Joan Littlewood. Ook schreef hij liederen die in z’n stukken werden geïntegreerd. Grappig genoeg maakten deze ingrepen van zijn tweede stuk The Hostage geen lichtvoetige vertoning. Het blijft een menselijk drama, zoals we helaas in de realiteit erna mee moesten maken, gedurende de talloze gijzelingen die nog plaatsvonden. Zijn roman Borstal Boy is een van de eerste verslagen van het leven van een jonge gevangene in een opvoedingsgesticht. De hoofdpersoon weet de kunst van het leven te leren tegen de achtergrond van de sombere instituten waartoe hij is veroordeeld. Zelfs in zijn op de band ingesproken boeken bewaarde Behan een sterke uniciteit. In Brendan Behan’s Island, maar ook in Brendan Behans New York, maar helemaal in Confessions of an Irish Rebel gaat het om het menselijke, al te menselijke. De personen achter de gebeurtenissen, die volop leven, liefhebben, vechten en drinken.
Geen wonder dat Behan jong stierf, hij leefde het leven en genoot met volle teugen, zoals in zijn werk naar voren komt. Maar dat leven richtte hem tegelijkertijd te gronde, zijn karakters overleven.
Gevangen vrijbuiter: over het leven van Brendan Behan (1923-1964) van Karel Wasch is verschenen bij Uitgeverij Prominent.