Gerard van Rossum (1699-1772) is een weinig bekende kunstenaar uit de achttiende eeuw die het verdient om voor het voetlicht te worden gebracht. Begonnen als patroontekenaar van kostbare zijden stoffen, ontwikkelde hij zich vanaf zijn zestigste jaar tot een vaardig tekenaar van aantrekkelijke landschappen. Bijzonder is ook dat hij, mede dankzij een grote erfenis, een belangrijke verzameling van voornamelijk zeventiende-eeuwse landschapstekeningen bijeen wist te brengen. In deze studie wordt niet alleen nader ingegaan op het leven en werk van deze Rotterdammer, maar ook uitvoerig aandacht besteed aan zijn verzameling. Na Van Rossums overlijden werd zijn collectie geveild, waarna de tekeningen over de gehele wereld verspreid raakten. Meer dan de helft van de circa 700 bladen kon echter worden achterhaald in binnen- en buitenlandse musea en particuliere collecties. Schrijver van het boek Charles Dumas werkte tot zijn pensioen als senior conservator bij het RKD / Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis. Hij heeft vele belangrijke kunsthistorische publicaties op zijn naam, waaronder Haagse stadsgezichten 1550-1800 Topografische schilderijen van het Haags Historisch Museum en De kasteeltekeningen van Abraham Rademaker (met Willem Beelaerts van Blokland).
Het boek van 384 pagina’s heeft ca 800 illustraties in kleur en is uitgeven door Primavera Pers.